Recentelijk hebben we in de
Raad de mogelijke ontwikkelingen in de woningverdeling Zaanstreek-Waterland breed
besproken; alle fracties konden hun visie geven. Op 8 april ontvingen we
burgers in de raadszaal zodat ook zij hun mening konen uiten. Mede op basis van
de verkregen informatie beoogt de wethouder om in overleg met de andere
gemeente van Zaanstreek-Waterland en hun stakeholders tot een verbeterde
methodiek te komen. Men beoogt ‘vrij vertaald’ gezegd: een eerlijker systeem te
vinden waarbij de verhoudingen tussen starters, bijzondere doelgroepen en
ouderen die zoekende zijn op de sociale woningmarkt; worden herschikt.
In het debat heeft de VVD naar voren gebracht dat het ‘kennen’ van de lokale behoefte voor de uiteindelijke inbreng van de gemeente Wormerland het belangrijkste criteria zou moeten zijn. Wij zijn namelijk een relatief kleine landelijke gemeenten waar de lokale woningzoekende in al zijn diversiteit; over het algemeen graag in het dorp blijft wonen. Op 8 april hoorde de VVD onder de aanwezige burgers ook duidelijk de oproep om maximale voorrang aan de lokale woningzoekende te geven. Die lokale woningzoekende richt zich natuurlijk naast huurwoningen ook op koopwoningen. Daarbij wordt gesproken van lange wachttijden, dat relatief veel woningzoekenden lang moeten zoeken voordat ze hun nieuwe woning kunnen betrekken, en beperkte beschikbaarheid van woningen.
Uit het lange termijn woningbehoefte onderzoek voor Wormerland ‘Woon2015’ blijkt ook dat we op termijn in 2030 ca. 660 woningen tekortkomen. Die behoefte echter wordt in het onderzoek bepaald door het zoekgedrag van huishoudens binnen de gehele MRA, derhalve niet door de inwoners van Wormerland specifiek. Ook de wachttijd voor een sociale huurwoning wordt niet bepaald door lokale woningzoekenden, maar komt op basis van de regionale marktvraag tot stand.
Op zich is de VVD daar niet direct op tegen; maar we willen weten wat de huidige lokale woningbehoefte aan huur en koopwoningen is van inwoners van de gemeente Wormerland zelf, teneinde te gaan bijhouden hoe deze behoefte zich de komende jaren ontwikkelt; met als doel het aanbod en de afzet van nieuwbouw, alsmede de gemeentelijke invloed op het aankomende woning-verdeelsysteem mede te kunnen laten bepalen door de lokale woningbehoefte.
Uit een vingeroefening van de VVD zelf komt het resultaat dat de huidige lokale woningbehoefte 120 is, te weten: 60 voor starters, 30 voor gezinnen en 30 voor ouderen. Deze uitkomst is een grove benadering omdat getallen moeten worden geïnterpreteerd. Deze vaststelling met achterliggende onderbouwing is 7 december 2018 aan de wethouder gezonden, echter tot op heden hebben wij geen reactie hierop ontvangen.
Tegen deze achtergrond is onze vraag aan de voor dit dossier verantwoordelijke wethouder: is de wethouder bereid om de lokale woningbehoefte tot in detailniveau in beeld te brengen en jaarlijks te gaan monitoren; om vanuit het resultaat met betrekking tot de wijziging van de methodiek van woningverdeling sociale sector, en de beschikbaarheid van nieuwbouw; de gemeentelijke invloed op de woningbouw, de samenstelling van het te bouwen areaal en de toewijzing daarop af te stemmen?
Fred Sanders, VVD