Bestemmingsplan:
Parapluplan
Parkeren Wormerland
Inhoudsopgave
Toelichting
3
Hoofdstuk 1
Inleiding 4
1.1 Aanleiding
4
1.2 Ligging
plangebied 4
1.3 Geldende
juridische regelingen 5
1.4 Wettelijk
kader 5
1.5 Procedure
6
1.6 Leeswijzer
6
Hoofdstuk 2
Beleidskader 7
2.1 Wetgeving
7
2.2
Uitgangspunten 7
2.3
Beleidsregels parkeren gemeente Wormerland 8
2.4 Doel 8
Hoofdstuk 3
Planbeschrijving 9
3.1 Aanleiding
9
3.2
Uitgangspunten Parkeren 9
Hoofdstuk 4
Milieu- en omgevingsaspecten 15
Hoofdstuk 5
Juridische planregeling 16
5.1 Inleiding
16
5.2 Opzet van
de regels 16
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid 18
6.1
Economische uitvoerbaarheid 18
6.2 Maatschappelijke
uitvoerbaarheid 18
Regels 19
Hoofdstuk 1
Inleidende regels 20
Artikel 1
Begrippen 20
Artikel 2
Reikwijdte 21
Hoofdstuk 2
Algemene regels 22
Artikel 3
Anti-dubbeltelregel 22
Artikel 4
Overige regels 23
Hoofdstuk 3
Overgangs- en slotregels 24
Artikel 5
Slotregel 24 bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1
Aanleiding
Op 29 november
2014 is de Reparatiewet BZK in werking getreden. Een gevolg van deze wet is dat
in nieuw vast te stellen bestemmingsplannen moet worden geregeld dat wordt
voorzien in 'voldoende parkeergelegenheid'. Het bestemmingsplan vervangt
daarmee het bepaalde in artikel 2.5.30 van de Bouwverordening. In de
bestemmingsplannen die zijn vastgesteld na 29 november 2014 (en deels ook al in
plannen die voor deze datum zijn vastgesteld) is al een parkeerregeling
opgenomen. Voor plannen die voor deze datum zijn vastgesteld gold een
overgangsregeling. Per 1 juli 2018 is een eind gekomen aan deze
overgangsregeling en dient ook in deze bestemmingsplannen een parkeerregeling
te zijn opgenomen. Onderhavig bestemmingsplan voegt voor digitale plannen
waarin nog geen (volledige) parkeerregeling was opgenomen, een parkeerregeling
aan deze plannen toe.
Het
bestemmingsplan Parapluplan Parkeren is een zogenaamd 'parapluplan'. Een
parapluplan is een overkoepelend bestemmingsplan waarmee in één plan
aanpassingen in meerdere bestemmingsplannen kunnen worden doorgevoerd. Het is
dus niet nodig om alle plannen afzonderlijk aan te passen. Via het onderhavige
bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren' worden de in de laatste CROW-publicatie
opgenomen voorwaarden met betrekking tot de parkeerbehoefte voor parkeren in de
diverse geldende bestemmingsplannen opgenomen.
1.2 Ligging
plangebied
Het plangebied
betreft de gehele gemeente Wormerland. De plangrens van dit bestemmingsplan
wordt gevormd door de gemeentegrens. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren
Wormerland
1.3 Geldende juridische regelingen
Zoals hiervoor
aangegeven, is het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren' een zogenaamd
'parapluplan'. Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan zijn dan ook een
groot aantal bestemmingsplannen vigerend. Het parapluplan heeft betrekking op
de volgende bestemmingsplannen:
IMRO-codering |
Plannaam |
Datum vaststelling |
NL.IMRO.08800000BP1496210000-
|
Landelijk Gebied Wormerland |
03-04-2007 |
NL.IMRO.08800000BP1496190000-
|
Oostknollendam, Jisp en Neck |
11-12-2007 |
NL.IMRO.0880.BP2015002001-0401
|
Woonkern Wormer en Lint |
21-03-2017 |
NL.IMRO.0880.BP9668200000-0401
|
Bedrijventerreinen |
17-04-2018 |
NL.IMRO.0880.BP2009004002-0401
|
IHP Locatie Neck |
21-06-2011 |
Bovengenoemde plannen bijven onverkort van
kracht, ook als het parapluplan wordt vastgesteld en rechtskracht verkrijgt. De
regels van het bestemmingsplan ''Parapluplan Parkeren'' zijn ofwel een
aanvulling op de regels van de geldende bestemmingsplannen indien daarin geen
regels met betrekking tot het parkeren waren opgenomen of een vervanging van de
daarin opgenomen regels met betrekking tot parkeren.
1.4 Wettelijk kader
Het wettelijk kader van een
bestemmingsplan is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke
ordening (Bro). Hieronder worden de Wro en het Bro kort toegelicht. Ook wordt
ingegaan op de digitalisering van dit bestemmingsplan.
Wet ruimtelijke ordening
(Wro)
De Wro schrijft voor dat de
gemeenteraad ''voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer
bestemmingsplannen vaststelt, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke
ordening de bestemming van de in dat plan begrepen grond wordt aangewezen en
met het oog op die bestemming regels worden gegeven.''
Besluit ruimtelijke ordening
(Bro)
In het Bro is geregeld hoe een
bestemmingsplan en andere ruimtelijke plannen er uit moeten zien, wat
vastgelegd moet worden en wat meegewogen moet worden (artikelen 3.1.2 t/m 3.1.7
en artikelen 3.2.1 t/m 3.2.4 Bro). In artikel 3.1.6 van het Bro is bepaald dat
elk bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. In de toelichting moet
worden vermeld wat de uitkomsten zijn van onderzoeken over ecologie/flora/fauna,
hoe het is gesteld met de waterhuishouding, of de Wet milieubeheer van
toepassing is voor bijvoorbeeld een Milieu Effect Rapport (MER), of sprake is
van archeologische/cultuurhistorische waarden, welke milieukwaliteitseisen voor
wat betreft lucht, bodem, geluid bij het plan betrokken zijn en welk beleid van
gemeente, provincie en Rijk en rol speelt.
Een bestemmingsplan is daarom
een juridisch ruimtelijk beleidsdocument, waarin de bestemming van de gronden
met inbegrip van de daarop van toepassing zijnde gebruiks- en bouwregels en de
daarop aanwezige bebouwing worden vastgelegd, maar waarin ook ruimtelijke
ontwikkelingsmogelijkheden zijn opgenomen. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren
Wormerland
Digitalisering
Alle
ruimtelijke plannen moeten voor iedereen digitaal beschikbaar en raadpleegbaar
zijn. Daarvoor is een landelijke voorziening in het leven geroepen. Er wordt
gewerkt via landelijk vastgestelde regels (artikel 1.2.1 en 1.2.2 Bro, nader
uitgewerkt in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening).
1.5
Procedure Ter inzage ligging
ontwerpplan
In de Wro
staat dat op de procedure van een bestemmingsplan de uniforme openbare
voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing is. Dit betekent dat het ontwerp van een bestemmingsplan gedurende
een periode van zes weken ter inzage moet worden gelegd. Deze terinzagelegging
biedt iedereen de mogelijkheid om gedurende die periode zienswijzen naar voren
te brengen bij de gemeenteraad. Die terinzagelegging wordt gepubliceerd in het
Gemeenteblad (overheid.nl) en via Wormerland Nieuws.
Zienswijzen
Van de
eventueel ingekomen zienswijzen en de gemeentelijke beantwoording daarvan wordt
een verslag gemaakt dat als bijlage bij het vaststellingsbesluit van het
bestemmingsplan wordt gevoegd.
Rechtsbescherming
Na
vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad staat voor
belanghebbenden nog de mogelijkheid open om bij de Afdeling Bestuursrechtspraak
van de Raad van State beroep in te stellen tegen het bestemmingsplan.
1.6
Leeswijzer
Het
bestemmingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding, van voor dit
bestemmingsplan het gehele grondgebied van de gemeente Wormerland, een
toelichting en de regels waarin de parkeerbepalingen voor de op de verbeelding
vermelde gebieden zijn opgenomen.
Het eerste
hoofdstuk van de toelichting betreft de inleiding. Hierin wordt ingegaan op de
aanleiding van dit Parapluplan Parkeren. Ook wordt in dit eerste hoofdstuk de
ligging van het plangebied, de geldende juridische regelingen, het wettelijk
kader, en de procedure besproken. Deze leeswijzer sluit het eerste hoofdstuk
af. Het tweede hoofdstuk gaat in op het Ruimtelijk beleidskader van dit
Parapluplan Parkeren. In dit hoofdstuk wordt de relevante wetgeving besproken.
Ook worden de uitgangspunten en het doel van dit bestemmingsplan behandeld. Het
derde hoofdstuk gaat in op de planomschrijving van dit bestemmingsplan en de
koppeling met de CROW-parkeernormen publicatie. Hoofdstuk vier gaat in op de
omgevingsaspecten van dit bestemmingsplan. Het vijfde hoofdstuk bevat de
juridische planbeschrijving. Dit hoofdstuk gaat in op de planregels en op de
handhaving van dit Parapluplan Parkeren. Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk zes,
gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het
onderhavige bestemmingsplan. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1
Wetgeving
Reeds bij de
invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 heeft de wetgever
bepaald, dat de mogelijkheid om op grond van artikel 8, lid 5 van de Woningwet
stedenbouwkundige voorschriften in de gemeentelijke Bouwverordening op te
nemen, kan vervallen. Reden hiervoor was dat de Wro voorschrijft dat een
gemeente voor het gehele grondgebied een bestemmingsplan of beheersverordening
moet vaststellen. Op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
gold deze verplichting alleen voor het buitengebied, waardoor het voor het
overige gebied noodzakelijk was stedenbouwkundige bepalingen op te nemen in de
bouwverordening. De gemeentelijke Bouwverordening dient mede als toetsingskader
voor aanvragen omgevingsvergunning voor het aspect bouwen.
Met de
Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening werd aanvankelijk beoogd om de
mogelijkheid om stedenbouwkundige bepalingen op te nemen in de bouwverordening
te schrappen. Uiteindelijk is hiervan op dat moment afgezien omdat te veel
vragen bestonden over de wijze waarop met name het onderdeel "parkeren"
in de bestemmingsplannen zou kunnen worden geregeld. De betreffende bepaling is
daarom nooit in werking getreden.
Eind 2014 werd
de Woningwet alsnog aangepast. Op 29 november 2014 trad de Reparatiewet BZK
2014 (Stb. 2014, 458) in werking en daarmee zijn de stedenbouwkundige
bepalingen uit de Bouwverordening komen te vervallen. Voor bestemmingsplannen
die zijn vastgesteld vóór die datum was in de Woningwet een overgangsregeling
opgenomen. Deze houdt in dat de betreffende artikelen van de Woningwet van
toepassing blijven tot het tijdstip van wijziging van het bestemmingsplan voor
een bepaald gebied, doch uiterlijk tot 1 juli 2018. Daarna moet een regeling
zijn opgenomen in bestemmingsplannen om aanvragen voor een omgevingsvergunning
voor de activiteit bouwen te kunnen toetsen aan onder andere parkeernormen.
Inmiddels is
ook het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd in die zin dat omwille van
de flexibiliteit het mogelijk is geworden om in de regels van een
bestemmingsplan te verwijzen naar beleidsregels. Er is daarom nu in het artikel
3.1.2, tweede lid, aanhef en onder a, van het Bro een wettelijke grondslag
opgenomen om ook voor wat betreft het parkeren in het bestemmingsplan direct te
verwijzen naar beleidsregels die parkeernormen bevatten. Daarbij is het volgens
jurisprudentie mogelijk om middels een zogenaamde dynamische verwijzing te
bepalen dat indien de beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd,
rekening gehouden dient te worden met het gewijzigde beleid.
2.2
Uitgangspunten
Dit bestemmingsplan
is een paraplubestemmingsplan. Dat is een bijzondere variant op een regulier
bestemmingsplan. Een bestemmingsplan herziet of 'vervangt' normaal gesproken
het voorheen geldende bestemmingsplan. Dit paraplubestemmingsplan heeft echter
een ander doel en een andere werking. Het doel van dit bestemmingsplan is
uitsluitend het vastleggen van het gemeentelijk parkeerbeleid voor het
grondgebied van de gemeente Wormerland.
De opzet van
het paraplubestemmingsplan is daarom zodanig dat alle 'onderliggende'
bestemmingsplannen van kracht blijven. De herziening betreft uitsluitend een
uniforme regeling ten aanzien van het parkeren voor alle 'onderliggende'
bestemmingsplannen. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
2.3 Beleidsregels parkeren gemeente Wormerland
Met betrekking
tot parkeren is in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Wormerland
geen regelgeving opgenomen ten aanzien van het parkeren van voertuigen, behalve
voor het parkeren van voertuigen van een autobedrijf, van defecte voertuigen,
voertuigwrakken, kampeermiddelen, en reclamevoertuigen, grote voertuigen, en
uitzichtbelemmerende voertuigen. Regelgeving ten aanzien van parkeernormeringen
ontbreken. Het bestemmingsplan ''Parapluplan Parkeren'' verwijst voor de te
hanteren parkeernormen naar de meest recente versie van de CROW-publicatie
Toekomstbestendig parkeren (of diens opvolger). Indien in de normering wordt
uitgegaan van bandbreedtes, dient de gemiddelde parkeernorm voor de betreffende
vorm van gebruik/functie te worden gehanteerd. Bij het verlenen van een
omgevingsvergunning kan hiervan door het bevoegd gezag gemotiveerd worden
afgeweken.
2.4 Doel
Parkeernormen
worden gehanteerd om bij bouwplannen of wijzigingen in het gebruik van
bestaande gebouwen de behoefte van het benodigde aantal parkeerplaatsen te
bepalen. Het uitgangspunt is dat bij de ontwikkeling van een plan het aantal
benodigde parkeerplaatsen binnen het plangebied wordt gerealiseerd. Hiermee
wordt voorkomen dat de benodigde (bezoekers)parkeervakken in de bestaande
openbare ruimte worden bedacht. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Aanleiding
Indien sprake
is van een ruimtelijke ontwikkeling / omgevingsvergunning, dient ook sprake te
zijn van voldoende parkeerplaatsen. Voor het bepalen van het aantal benodigde
parkeerplaatsen hanteert de gemeente Wormerland de meest actuele versie van de
CROW-normen. De Bouwverordening maakte het voorheen mogelijk om
omgevingsvergunningen te toetsen aan parkeren. Via dit artikel werd een
parkeereis opgelegd. Op 29 november 2014 zijn de Woningwet en het Besluit
ruimtelijke ordening echter gewijzigd. In bestemmingsplannen die na die
betreffende datum zijn vastgesteld, kan niet meer worden verwezen naar de
stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening, maar wordt het parkeren
voortaan in die bestemmingsplannen zelf geregeld. Voor bestemmingsplannen die
eerder dan 29 november 2014 zijn vastgesteld geldt een overgangstermijn, deze
plannen moeten uiterlijk 1 juli 2018 zijn aangepast. Met dit bestemmingsplan
wordt hieraan invulling gegeven. Daarbij is gekozen voor de vorm van een
parapluplan, waarmee een extra 'laag' en dus toetsingskader over de geldende
bestemmingsplannen wordt aangebracht. De 'daaronder' gelegen
bestemmingsplannen/bestemmingen blijven van toepassing. Door in de toekomst nog
vast te stellen bestemmingsplannen dit parapluplan mede van toepassing te
verklaren, blijft dit plan ook voor die bestemmingsplannen van toepassing.
Hiermee wordt op eenduidige en heldere wijze het gemeentelijke
parkeernormenbeleid planologisch-juridisch verankerd. De vorm van parapluplan
biedt tevens de mogelijkheid om dit aspect te zijner tijd als 'laag' op te
nemen in het Omgevingsplan van de gemeente.
3.2
Uitgangspunten Parkeren
Voor het
parkeren is een aantal uitgangspunten vast te stellen:
1.
Parkeernormen niet van toepassing op de bestaande omgeving
Op parkeervraagstukken
(zoals bijvoorbeeld een bestaande parkeerdruk) in een bestaande (woon)omgeving
zijn de met dit parapluplan vastgelegde parkeernormen niet van toepassing. De
reden hiervoor is dat bestaande (woon)omgevingen ontwikkeld en gerealiseerd
zijn op basis van oudere normen. Oplossingen voor deze parkeervraagstukken is
maatwerk en in veel gevallen alleen te realiseren met een integrale aanpak,
bijvoorbeeld om bij een reconstructie te kijken naar de aanleg van extra
parkeerplaatsen.
2.
Parkeernormen wel van toepassing op nieuwe ontwikkelingen
Als uitgangspunt
geldt dat nieuwe ontwikkelingen een toename van parkeerdruk kunnen genereren.
De normen in dit parapluplan zijn dan ook van toepassing op nieuwe
ontwikkelingen: bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
a.
Nieuwbouwontwikkeling: Een nieuwbouwontwikkeling betreft het bouwen van één of
meer gebouwen op een perceel (al dan niet na sloop van bestaande bebouwing),
waarbij geen sprake is een inbreidingsproject. Voor deze ontwikkelingen wordt
een parkeereis/parkeerbehoefte volgens de opgenomen normen gehanteerd.
b.
Functiewijzigingen: Een functiewijziging betreft het geheel of deels wijzigen
van de functie van een bestaand gebouw, waarbij het bestaande gebouw niet wordt
gesloopt (maar mogelijk wel deels wordt verbouwd) en het nieuwe gebruik / de
nieuwe functie een meer verkeersaantrekkend karakter heeft. De functiewijziging
kan plaatsvinden middels een bestemmingswijziging of -afwijking. Maar ook bij (nieuwe)
functiewijzigingen die passen binnen de geldende bestemmingsplanbepalingen,
wordt getoetst aan dit parapluplan. Dit parapluplan kan dan ook als
beheersinstrument worden gehanteerd. Voorbeelden van een functiewijziging zijn
het wijzigen van het gebruik van een woning naar een kinderdagverblijf of het
splitsen van een woning in meerdere woningen c.q. wooneenheden. Bij een
wijziging van de functie wordt de parkeerbehoefte berekend op basis van de in
dit plan opgenomen parkeernormen, maar hoeft in deze gevallen uitsluitend
rekening te worden gehouden met de toename van de parkeerbehoefte als gevolg
van het te realiseren bouwplan.
c.
Vergroten van een bestaand gebouw: Dit betreft de uitbreiding van een bestaand
gebouw. Bijvoorbeeld een uitbreiding van een bedrijfsgebouw of van een winkel.
Het bestaande gebouw wordt hierbij niet of gedeeltelijk gesloopt. De
parkeerbehoefte wordt uitsluitend berekend over de uitbreiding van het
bestaande gebouw. De in het verleden opgelegde parkeereis voor het bestaande
gebouw blijft gehandhaafd. Bij een aanbouw van een bestaande woning, waarbij
het aantal woningen dus niet toeneemt, worden uiteraard geen extra
parkeerplaatsen gevraagd.
3. Tekort
parkeerplaatsen niet compenseren
Bij
uitbreiding van bebouwing en/of bij een functieverandering is het voor de
ontwikkelaar niet vereist het eventueel bestaande tekort aan parkeerplaatsen te
compenseren bij de nieuwe benodigde parkeervoorzieningen. Compensatie is
uiteraard wel gewenst en toegestaan.
4. Huur
bestaande parkeervoorzieningen geen optie
Het huren van
bestaande parkeerplaatsen in de omgeving als middel om te voorzien in voldoende
parkeergelegenheid voor een nieuwe ontwikkeling is geen optie.
5. Voorzien
in voldoende mindervalidenparkeerplaatsen
Bij
maatschappelijke voorzieningen (zoals een gemeentehuis, bibliotheek, zwembad
e.d.) dienen ook openbare mindervalidenparkeerplaatsen aangewezen te worden.
Met het aanwijzen van deze parkeerplaatsen wordt de bereikbaarheid van deze
voorzieningen voor mindervaliden gegarandeerd.
Vanwege de
verandering in de zorg, waardoor ouderen langer thuis wonen, is het daarnaast
ook wenselijk om in nieuwe woonomgevingen voor te sorteren door te voorzien in
mindervalidenparkeerplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld door ook bredere
parkeervakken aan te leggen of daar in ieder geval in de inrichting rekening
mee te houden. Het aantal mindervalideparkeerplaatsen zal per plan nader worden
bepaald.
6.
Verplichting parkeren eigen terrein
Een
omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een
wijziging van het gebruik kan pas worden verleend als is verzekerd dat op eigen
terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen.
Hiervoor gelden de normen uit CROW-publicatie 381.
7. Zone
"parkeren vergunninghouders"
In straten
waar regelmatig parkeeroverlast ontstaat door bezoekers van bijvoorbeeld een
evenement, kan een zone "parkeren vergunninghouders" worden
ingesteld. Dit heeft als doel om parkeeroverlast te voorkomen, en om
evenementenorganisaties te stimuleren voldoende parkeergelegenheid te
realiseren voor hun klanten.
8. Ruimte
voor elektrische laadpalen
De gemeentes
hebben afgesproken om de groei van de mobiliteit af te remmen en in ieder geval
duurzamer te maken. Om het elektrisch rijden te faciliteren kan een laadpaal
vergunning vrij worden neergezet, alleen het onttrekken van 2 openbare
parkeerplaatsen ten gunste van een laadpaal moet met een verkeersbesluit van de
wegbeheerder. Dit biedt belanghebbenden de kans op bezwaar te maken. Echter de
Raad van State heeft in haar uitspraak 201705501/1/A2 van 14 februari 2018
bepaalt dat het faciliteren en stimuleren van elektrisch rijden, ten koste mag
gaan van bestaande openbare parkeervakken.
Een laadpaal
is in principe bedoeld voor 2 oplaadplekken en daar mag men maar een beperkt
aantal uren staan, wat een negatief effect heeft op de parkeerbalans in de
betreffende straat. Om toename van de parkeerdruk te voorkomen kan de gemeente
ervoor kiezen om oplaadplekken in het openbaar groen te realiseren, tenzij het
strijdig is met de Hoofd Groenstructuur. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren
Wormerland
3.2.1
Gebiedsindeling
De
parkeernormen conform publicatie 381; 'toekomstbestendig parkeren' (CROW,
december 2018) bestaan uit een uitgebreide reeks van parkeerkencijfers, met een
minimum en een maximum parkeernorm. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
·
stedelijkheidsgraad:
uiteenlopend van 'zeer sterk stedelijk' tot 'niet stedelijk';
·
stedelijke
zone: 'centrum', 'schil centrum' (overloopgebied), 'rest bebouwde kom' en
'buitengebied';
·
type
voorziening: wonen, werken, winkelen / boodschappen, sport / cultuur /
ontspanning, horeca / (verblijfs)recreatie, gezondheidszorg / (sociale)
voorzieningen en onderwijs.
3.2.1.1
Stedelijkheidsgraad
De
stedelijkheidsgraad wordt bepaald op basis van de adressendichtheid. Op basis
van de omgevingsadressendichtheid worden gemeenten door het CBS ingedeeld in
vijf klassen van stedelijkheid. De omgevingsadressendichtheid is de gemiddelde
waarde van de adressendichtheid van een gemeente. De adressendichtheid is
steeds gebaseerd op een gebied met een straal van 1 kilometer rondom een adres.
De (gehele) gemeente Wormerland wordt op basis van de
omgevingsadressendichtheid van het CBS beschouwd als een 'weinig stedelijk'.
3.2.1.2
Stedelijke zone
Voor het bepalen van
de parkeernorm is ook de ligging van de locatie van belang. Uit landelijke
parkeerstudies is gebleken dat een functie in een centrum een lagere
parkeervraag heeft dan dezelfde functie buiten een centrum. In een gebied met
een hogere adressendichtheid is namelijk het aanbod en de kwaliteit van andere
vervoerswijzen (zoals openbaar vervoer) over het algemeen hoger dan in een
gebied met een lage dichtheid. Het CROW maakt voor de parkeernormen dan ook
onderscheid in ‘centrum’, ‘schil centrum' (overloopgebied), ‘rest bebouwde kom’
en ‘buitengebied’.
Zeer
stedelijk |
Matig
stedelijk |
Weinig
stedelijk |
Wormer |
Jisp |
Oostknollendam |
|
|
Neck |
|
|
Spijkerboor |
Figuur 2: begrenzing zones stedelijkheid
3.2.2 Doorvertaling naar parkeernormen
3.2.2.1 Systematiek
In Nederland worden parkeernormen bepaald aan de hand van de meest
recente (landelijke) parkeercijfers conform de CROW-publicatie 381
'Toekomstbestendig parkeren'. In de CROW-publicatie zijn de volgende
functiegroepen opgenomen:
·
wonen
·
werken
·
winkelen en boodschappen
·
sport, cultuur en ontspanning
·
horeca en (verblijfs)recreatie
·
gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen
·
onderwijs
Als de functie van een ruimtelijke ontwikkeling niet is opgenomen
in de parkeernormen, dan wordt bekeken welke functie hierbij het beste
aansluit. Mochten de opgenomen functies en parkeernormen niet toereikend zijn
bij het bepalen van de parkeerbehoefte, dan kan met nader onderzoek worden
bekeken of een beter aansluitende norm kan worden gevonden.
De CROW-parkeerkencijfers gaan uit van een minimum- en
maximumparkeernorm. In Wormerland wordt daarbij uitgegaan van het gemiddelde
tussen deze normen. In sommige gevallen komen functies/voorzieningen op een
plek niet of nauwelijks voor. Bijvoorbeeld een manege in een centrumgebied. In
die gevallen wordt geen kencijfer weergegeven, maar staat er 'n.v.t.'
weergegeven.
De parkeernormen worden
berekend voor een bepaalde eenheid per functie. Voorbeelden zijn een
parkeernorm per woning of per 100 m2 brutovloeroppervlak (bvo) kantoorruimte.
In de laatste situatie worden ruimten zoals opslag, toiletten, gangen e.d.
toebedeeld aan het vloeroppervlak. Dit betekent dus dat dergelijke
voorzieningen onderdeel uitmaken van de oppervlakte van de functie waarover de
parkeerbehoefte wordt bepaald. Het parkeren ten behoeve van bezoekers is al onderdeel
van de parkeernormen.
Het kan zijn dat de door CROW gehanteerde eenheid waarover de
parkeerbehoefte wordt berekend, niet passend of toereikend is bij een
specifieke ontwikkeling. Bijvoorbeeld bij de realisering van een school,
waarbij het aantal leerlingen nog niet bekend is. De CROW heeft hiervoor in
publicatie 317 alternatieve eenheden opgenomen. Indien ook deze ontoereikend
zijn, is nader onderzoek noodzakelijk.
Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt berekend op 1 decimaal
achter de komma, net zoals de norm wordt uitgedrukt in 1 decimaal achter de
komma. Het totaal aantal parkeerplaatsen wordt, in tegenstelling tot de
gebruikelijke afrondingsregels, naar boven afgerond (vanaf x,2). Zou de
gebruikelijke afrondingsregel toegepast worden (pas naar boven afronden vanaf
bijvoorbeeld 4,5) dan kan naar verloop van tijd een tekort aan parkeerplaatsen
ontstaan. Indien sprake is van een project met meerdere functies, worden de
onafgeronde aantallen benodigde parkeerplaatsen per functie eerst bij elkaar opgeteld.
Afronding vindt vervolgens plaats van het totaal verkregen benodigde
parkeerplaatsen.
3.2.2.2 Parkeren op eigen terrein
Een bouwplan dient in beginsel op eigen terrein aan de
parkeerbehoefte te voldoen. Met het begrip “parkeren op eigen terrein” wordt
bedoeld: ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het
gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort
(bouwperceel), passend binnen het geldende bestemmingsplan.
In de praktijk wordt echter
niet alle (theoretisch) beschikbare parkeergelegenheid op eigen terrein als
zodanig benut. Het blijkt dat bijvoorbeeld een garage bij een woning vaak niet
wordt gebruikt voor het stallen van de auto, maar als bergruimte of bijkeuken.
Voor het parkeren op eigen terrein is daarom per voorziening een
berekeningsaantal bepaald. Parkeerplaatsen op eigen terrein moeten bovendien
voldoen aan minimale fysieke maatvoeringseisen om ook als zodanig gebruikt te
kunnen worden. In onderstaande tabel is voorgaande gecombineerd weergegeven. De
tabel is afkomstig uit de CROW-publicatie, met dien verstande dat in
onderstaande tabel bij de lange opritten een minimale maat is opgenomen (in de
CROW-publicatie wordt hierbij geen maat weergegeven).
Tabel 2: Berekeningsaantallen en minimale maatvoeringsvereisten (CROW)
Voor maatvoeringen van grotere parkeergarages en parkeerterreinen
toetst de gemeente aan de geldende CROW-richtlijnen.
3.2.2.3 Verdeling prijscategorieën woningen
Voor woningen hanteert het CROW een indeling in koop / huur,
bebouwingstypologie en het prijssegment. De volgende typen worden
onderscheiden:
Grondgebonden koopwoningen:
·
koop, vrijstaand
·
koop, twee-onder-een-kap
·
koop, tussen/hoek
Koopappartementen:
·
koop, etage, duur
·
koop, etage, midden
·
koop, etage goedkoop
Grondgebonden huurwoningen:
·
huurhuis, vrije sector
·
huurhuis, sociale huur
Huurappartementen:
·
huur, etage, vrije sector
·
huur, etage, sociale huur
Overige woontypen:
·
kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten)
·
kamerverhuur, studenten, niet-zelfstandig
·
aanleunwoning/serviceflat (zelfstandige woning met beperkte
zorgvoorziening)
Een aanleunwoning/serviceflat moet behoren bij een woonzorgorganisatie.
Voor overige vormen van wonen met zorg (al dan niet zelfstandig) geldt een
eigen parkeernorm die mede afhankelijk is van de doelgroep en woonvorm.
3.2.3 Afwijkingsmogelijkheden
3.2.3.1 Lagere of hogere parkeernorm
Zoals gezegd worden de CROW-normen landelijk gehanteerd. Het kan
zijn dat in Wormerland een bepaalde functie in een bepaald gebied een lagere
dan wel hogere parkeerbehoefte kent. Door het uitvoeren van een
parkeeronderzoek naar de werkelijke parkeerbehoefte van een ontwikkeling is het
leveren van maatwerk door middel van het afwijken van de parkeernormeringen
mogelijk. Een initiatiefnemer draagt zorg voor de motivatie danwel nader
onderzoek dat aantoont dat de afwijking voorstelbaar is.
Hoofdstuk 5 Juridische
planregeling
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de opzet van dit juridische deel. Daarnaast wordt een verantwoording gegeven van de gemaakte keuzes op de verbeelding en in de regels. Dat betekent dat er wordt aangegeven waarom een bepaalde functie ergens is toegestaan.
5.2 Opzet van de regels
5.2.1 Algemeen
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking
is getreden, is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten
digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt vanaf 1 januari
2010. In de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening is
vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) de norm is
voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen. Naast de SVBP zijn ook het
Informatiemodel Ruimtelijke Ordening en de Standaard Toegankelijkheid
Ruimtelijke Instrumenten normerend bij het vastleggen en beschikbaar stellen
van bestemmingsplannen.
De SVBP geeft normen voor de opbouw van de planregels en voor de
digitale verbeelding van het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is opgesteld
conform de normen van de SVBP2012.
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit
planregels en bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven.
Deze verbeelding kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De verbeelding
en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken.
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
1. Inleidende regels;
2. Bestemmingsregels;
3. Algemene regels;
4. Overgangs- en slotregels.
5.2.2 Inleidende regels
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor
het gehele plangebied en bevatten:
• Begrippen (Artikel 1)
In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte
begrippen opgenomen. Ook zijn in dit artikel de geldende begrippen uit
onderliggende van kracht zijnde bestemmingsplannen onverminderd van toepassing
verklaard.
• Wijze van meten (Artikel 2)
In dit artikel wordt de geldende wijze van meten uit onderliggende
van kracht zijnde bestemmingsplannen onverminderd van toepassing verklaard. De
wijze van meten geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe
voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.
bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
5.2.3
Bestemmingsregels
Hoofdstuk
2 van de regels bevat normaliter de juridische vertaling van de in het
plangebied voorkomende bestemmingen. Met deze parapluherziening worden
verschillende bestemmingen aangevuld. In de planregels is bepaald dat alle
onderliggende bestemmingsplannen onverminderd van toepassing zijn.
5.2.4
Algemene regels
Hoofdstuk
3 bevat de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit
hoofdstuk is opgebouwd uit:
Anti-dubbeltelregel (Artikel 3)
Deze
regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen.
Deze verdichting kan zich met name voordoen, indien een perceel of een gedeelte
daarvan, meer dan één keer betrokken wordt bij de berekening van een maximaal
bebouwingspercentage.
5.2.5
Overgangs- en slotregels
In
hoofdstuk 4 van de regels staat de slotregel. In de slotregel wordt aangegeven
hoe het bestemmingsplan wordt genoemd. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren
Wormerland
18
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
6.1
Economische uitvoerbaarheid
Artikel
6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met
de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een
exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet
worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het
is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan
geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de
grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en
regels niet noodzakelijk is.
Dit
paraplubestemmingsplan maakt geen bouwplannen mogelijk als bedoeld in artikel
6.12 Wro. Voor dit plan hoeft daarom geen afzonderlijk exploitatieplan
vastgesteld te worden.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.2.1
Overleg
Omdat
het voorliggende bestemmingsplan een wettelijke verplichting betreft, en er
geen nieuw beleid of nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is het niet
nodig om het bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1
Bro te bespreken met de relevante vooroverlegpartners van de gemeente Wormerland.
6.2.2
Inspraak
Er
is gekozen om geen gebruik te maken van de inspraakprocedure zoals bedoeld in
de gemeentelijke inspraakverordening. Belangrijk argument hiervoor is dat de
complexiteit van dit plan gering is.
6.2.3
Vaststellingsprocedure
Het
ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf XXX 2022 gedurende zes weken voor een ieder
ter inzage gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan was inclusief bijbehorende
bijalgen tevens te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl. bestemmingsplan
Parapluplan Parkeren Wormerland
Regels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel
1 Begrippen
1.1
plan
het
bestemmingsplan Parapluplan Parkeren van de gemeente Wormerland;
1.2
bestemmingsplan
de
geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0880.BP3044240000-0301 met de bijbehorende regels (en eventuele
bijlagen).
1.3
aanduiding
een
geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden;
1.4
bestemmingsgrens
de
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5
bestemmingsvlak
een
geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.6
eigen terrein als bedoeld in de regeling voor parkeren en laden en lossen
het
terrein en/of bouwwerk dat de aanvrager in eigendom of in gebruik heeft en
waarover hij kan beschikken en die bij het te realiseren (bouw)plan en/of het
bouwwerk horen.
1.7
voldoende parkeergelegenheid
Van
voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan de gemiddelde
parkeernormering zoals opgenomen in de rij 'weinig stedelijk',
aanwezigheidspercentages en berekeningsaantallen zoals opgenomen in CROW
publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren'. Op het moment dat de CROW een
opvolger van de hiervoor genoemde publicatie publiceert, wordt deze 'opvolger'
gehanteerd voor het bepalen of sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Wormerland
Artikel
2 Reikwijdte
1.
De regels in artikel 1 tot en met 4 van dit plan gelden in aanvulling op dan
wel in afwijking van de regels van de geldende bestemmingsplannen, voorzover
deze regels betrekking hebben op het onderdeel ''parkeren en laden en lossen''.
Indien er in het geldende bestemmingsplan geen regels m.b.t. het parkeren zijn
opgenomen, gelden de regels van het onderhavige Parapluplan Parkeren.
2.
De overige regels van de geldende bestemmingsplannen als bedoeld in lid 1
blijven ongewijzigd en onverminderd van kracht. bestemmingsplan Parapluplan
Parkeren Wormerland
Hoofdstuk 2 Algemene
regels
De
algemene regels uit de onderliggende van kracht zijnde bestemmingsplannen
blijven onverminderd van toepassing.
Artikel
3 Anti-dubbeltelregel
Grond
die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling
van latere bouwplannen buiten beschouwing. bestemmingsplan Parapluplan Parkeren
Wormerland
Artikel
4 Overige regels
Aan
de onderliggende van kracht zijnde bestemmingsplannen wordt aan het artikel 'Algemene
gebruiksregels' het volgende toegevoegd:
4.1
Parkeren
4.1.1
Parkeerregeling bouwen
a. Een bouwwerk, uit het gebruik waarvan een
behoefte aan parkeergelegenheid voortvloeit, mag niet worden gebouwd of
verbouwd, indien op het bijbehorende bouwperceel niet in voldoende
parkeergelegenheid is voorzien.
b. Voorafgaand aan de
verlening van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de parkeernormering
de van toepassing zijnde gebiedstypering volgens de volgende gehanteerde
aanduidingen ('overig centrum', 'overig schil centrum', 'rest bebouwde kom',
'buitengebied') op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning bepaald
of is voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van het voorgenomen
gebruik van het betreffende bouwwerk.
4.1.2
Minder dan voldoende parkeergelegenheid
a. Het bevoegd gezag kan bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.1 sub a en sub b en
toestaan, dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien en in
stand wordt gehouden op eigen terrein, indien:
1. er voldoende
parkeergelegenheid in het openbaar gebied is, of;
2.
er door andere omstandigheden mede verband houdende met de aard en omvang van
de nieuwe functie of het bouwwerk zoals dubbelgebruik, aanwezigheidspercentages
en fietsgebruik volstaan kan worden met een lagere norm
Hoofdstuk
3 Overgangs- en slotregels
Artikel 5 Slotregel
Deze
regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren' van
de gemeente Wormerland.